1. Mijn kind is...
Net een grote hond, wat zwaarder van postuur, knuffelig Net een tijger, sportief, met een gemiddeld, sportief postuur Net een vlinder, licht, snel en komt moeilijk aan
2. Het haar van mijn kind is...
Een dikke bos, glanzend en soms vettig Normaal, niet heel weinig en niet heel veel Dun, droog, niet zo veel
3. Het ogen van mijn kind zijn...
Klein Gemiddeld Groot
4. Mijn kind heeft...
Een warme huid, rood en rozig van kleur, snel warm Vaak koude handen en voeten en een drogere huid Een olieachtige, vochtige, koele huid, en een lichte, roomkleurige huidskleur
5. Als mijn kind naar de wc gaat...
Is de ontlasting vaak droog en hard, en hij/zij neigt naar verstopping Gebeurt dat soms meerdere keren per dag en is de ontlasting zacht tot normaal Is de ontlasting zwaar, dik, regelmatig
6. Mijn kind praat...
Niet zo veel, als het praat is het op een rustige, kalme manier Redelijk veel, maar is vooral heel precies en correct in hoe het dingen verwoord en kan scherp uit de hoek komen Kletst me de hele dag de oren van het hoofd, praat snel en veel
7. Aan tafel...
Eet mijn kind snel, maar zijn hongergevoel is onregelmatig en hij/zij kan makkelijk vergeten te eten. De interesse in eten is niet zo groot. Eet mijn kind in een gemiddeld tempo, hij/zijn heeft een scherp hongergevoel en móet eten als het honger heeft, anders heeft iedereen er last van 😉 Eet mijn kind in een langzaam tempo. Het kan zonder problemen maaltijden overslaan zonder daar last van te hebben. De voorkeur gaat vaak uit naar zoetige smaken
8. Qua weer...
Heeft mijn kind het snel te heet en duikt zodra het kan ergens het water in om af te koelen Houdt mijn kind van warmte en vindt het vreselijk om het koud te hebben Houdt mijn kind niet van koud en vochtig weer, regen is niks voor hem/haar
9. Als een ander kind iets van mijn kind wil hebben...
Geeft mijn kind ruimhartig en veel Geeft mijn kind een beetje, met pijn en moeite Geeft mijn kind veel, maar alleen als het hem/haar zo uitkomt
10. 's Nachts...
Slaapt mijn kind licht en wordt het makkelijk wakker. Het heeft vaak angstige, actieve dromen, met vliegen, rennen, springen Slaapt mijn kind goed, niet super lang en niet super kort. Zijn/haar dromen zijn vaak vurig, vol avontuur en soms boosheid en/of geweld Slaapt mijn kind lang en diep. In zijn/haar dromen komen vaak water, liefde, relaties en wolken voor
11. Als mijn kind een doel voor ogen heeft...
Wordt het onderweg makkelijk afgeleid door allerlei andere interessante dingen, waardoor het doel (voorlopig) vergeten wordt Is het daar vol toewijding en focus mee bezig, tot het doel bereikt is. En vaak niemand mag helpen Gaat het bereiken van zo’n doel niet altijd snel, maar het komt er uiteindelijk wel
12. Mijn kind herinnert zich...
Vooral de dingen die lang geleden gebeurd zijn Vooral de dingen die pasgeleden gebeurd zijn Alles!
13. Wanneer mijn kind zijn of haar liefde uit...
Doet het dat met daden: kijk mama, die heb ik speciaal voor jou gemaakt! Doet het dat met woorden: je bent de állerliefste mama van de wereld! Doet het dat met aanraking: een héle dikke knuffel voor mama
14. Als mijn kind iets moet leren...
Begrijpt het de dingen snel, maar vergeet ze ook snel weer leert in een gemiddeld tot snel tempo Gaat dat niet altijd snel, maar als het eenmaal geleerd is, vergeet hij/zij het nooit meer
15. Mijn kind werkt of speelt het liefste...
In een groepje met andere kinderen In zijn eentje Wanneer ik help of het spel begeleid
16. Als mijn kind iets doet waar volle concentratie voor nodig is...
Kan hij/zij daar zonder problemen rustig een lange tijd zoet mee zijn Kan hij/zij zich beter dan gemiddeld concentreren en wíl het af krijgen Is hij/zij er binnen een paar minuten helemaal klaar mee
17. Bij onbekende mensen of kinderen...
Is mijn kind verlegen en kijkt eerst de kat uit de boom Gedraagt het zich heel stoer, ook als het zich eigenlijk niet zo zeker voelt Voelt het zich van binnenuit vol vertrouwen en gaat rustig de interactie aan
18. In sport en spel...
Is mijn kind dol op competitie, het wil graag winnen en is sportief, vurig en gedreven Kiest mijn kind het liefst snelle, veranderlijke sporten, meestal alleen. Het houdt niet van de druk om te moeten winnen Hoeft het van mijn kind niet zo heel erg. Het geeft meestal niet zo veel om sporten.
19. Wanneer mijn kind zich onveilig voelt...
Reageert het angstig en rent het liefst weg of verstopt zich Reageert het door boos te worden tegen datgene dat hem/haar angst oplevert Reageert het met (zogenaamde) onverschilligheid en probeert vrede te sluiten, maar depressie ligt op de loer
20. Wanneer mijn kind zich verdrietig voelt, of pijn heeft...
Gaat het de discussie aan, beargumenteert vurig waarom het anders zou moeten zijn, of hoe iets komt Trekt het zich terug in zijn schulp en houdt in eerste instantie alles binnen Gaat het huilen en wil getroost worden
21. Vriendjes...
Maakt mijn kind makkelijk en snel, maar de vriendschappen zijn soms van kortere duur. Dan komen er weer andere vriendjes. Mijn kind is meer op zichzelf gericht en zoekt vriendjes uit die dat ook zijn. Hij/zij heeft niet super veel vrienden, maar een paar goede vriendschappen. Mijn kind is erg geliefd onder andere kinderen, hij/zij straalt iets uit waar anderen graag bij zijn. Hij/zij is heel loyaal naar zijn vrienden toe en vriendschappen zijn meestal voor het leven!